Subscribe to out newsletter today to receive latest news administrate cost effective for tactical data.

Let’s Stay In Touch

Shopping cart

Subtotal $0.00

View cartCheckout

Wat is obstructief slaapapneu? 

Obstructief slaapapneu (OSA) is een slaapstoornis waarbij de ademhaling herhaaldelijk stopt en start tijdens de slaap. Dit komt doordat de spieren in de keel zich te veel ontspannen, waardoor de luchtweg gedeeltelijk of volledig wordt geblokkeerd. Dit kan leiden tot luid snurken, vermoeidheid overdag, en soms ook tot zeer ernstige gezondheidsproblemen, zoals beroerten, hart- en vaatziekten en o.a. verkeersongevallen door de overmatige slaperigheid.

Diagnostiek van obstructief slaapapneu 

Het stellen van de diagnose obstructief slaapapneu (OSA) gebeurt in verschillende stappen en omvat zowel klinische evaluaties als slaapstudies.

  1. Anamnese en lichamelijk Onderzoek
    • Anamnese: De arts begint met een gedetailleerde bespreking van de symptomen en de medische geschiedenis van de patiënt. Vragen die vaak worden gesteld, zijn onder andere:
      • Snurk je hard en vaak?
      • Heb je last van overmatige slaperigheid overdag?
      • Voel je je ‘s ochtends moe of sta je op met hoofdpijn?
      • Zijn er ademstops tijdens de slaap opgemerkt door jezelf of je partner?
    • Lichamelijk onderzoek: De arts zal ook een lichamelijk onderzoek uitvoeren, waarbij hij/zij kijkt naar factoren die kunnen bijdragen aan slaapapneu, zoals een grote halsomtrek, gezwollen amandelen, of afwijkingen in de structuur van de keel en neus of aan de kaakpositie.
  2. Slaapstudie (Polysomnografie)
    • De meest betrouwbare methode om slaapapneu te diagnosticeren is een polysomnografie, een uitgebreide slaapstudie die meestal wordt uitgevoerd in het ziekenhuis (slaapcentrum). Tijdens deze studie worden verschillende lichaamsfuncties gemonitord terwijl je slaapt, waaronder:
      • Hersengolven (via EEG)
      • Oogbewegingen (via EOG)
      • Spierspanning (via EMG)
      • Hartslag (via ECG)
      • Ademhalingspatronen
      • Zuurstofniveau in het bloed (via een vingerclip of oorclip)
      • Lichaamsbewegingen
    • Deze gegevens helpen de arts om het aantal en de duur van de ademhalingsstops (apneus) en ademhalingsverminderingen (hypopneus) te bepalen, evenals andere slaapgerelateerde parameters.
  3. Thuis slaaponderzoek
    • In sommige gevallen kan een minder uitgebreide slaapstudie (polygrafie) thuis worden uitgevoerd met draagbare apparatuur. Deze apparatuur meet meestal de ademhaling, zuurstofniveau, en soms hartslag en bewegingen. Hoewel minder uitgebreid dan polysomnografie, kan een thuis slaaponderzoek nuttig zijn voor zowel diagnostiek als opvolgen van de behandeling van matige tot ernstige OSA.
  4. Aanvullende Tests

In bepaalde gevallen kunnen aanvullende tests nodig zijn om andere oorzaken van de symptomen uit te sluiten of om specifieke behandelopties te overwegen. Wat vaak wordt uitgevoerd is een slaapendoscopie (DISE), waarbij je in de operatiezaal onder een roes wordt gebracht en het snurken wordt uitgelokt. De NKO-arts zal dan kijken via de neus naar het week gehemelte, de amandelen, de keel, de achterkant van de tong en het strottenklepje, om te kijken waar het snurken en de apneus zich voordoen. Er kan ook gebruik gemaakt worden van een simulatiebeet, die je onderkaak naar voor houdt, om te kijken of zo het snurken en/of de apneus verbeteren.

Interpretatie

Na de slaapstudie worden de resultaten door een specialist in slaapgeneeskunde geanalyseerd. De ernst van obstructieve slaapapneu wordt vaak geclassificeerd op basis van de Apneu-Hypopneu Index (AHI):

  • Mild: 5-15 apneus/hypopneus per uur
  • Matig: 15-30 apneus/hypopneus per uur
  • Ernstig: Meer dan 30 apneus/hypopneus per uur

Ook de Oxygen Desaturation Index (ODI) is een belangrijke maatstaf die wordt gebruikt bij de diagnose en evaluatie van obstructieve slaapapneu (OSA). De ODI geeft het aantal keren per uur aan dat het zuurstofniveau in het bloed met een bepaalde hoeveelheid daalt tijdens de slaap.

Op basis van deze resultaten en de klinische evaluatie wordt een behandelplan opgesteld.

Door deze stappen te volgen, kunnen artsen een nauwkeurige diagnose van obstructieve slaapapneu stellen en de meest geschikte behandeling voor elke patiënt aanbevelen.

Behandelingen voor obstructief slaapapneu

Er zijn verschillende behandelingen voor obstructief slaapapneu, afhankelijk van de ernst van de aandoening en de individuele behoeften van de patiënt. De meest gebruikelijke behandelingen zijn:

  1. CPAP (Continuous Positive Airway Pressure)

Dit is de meest voorkomende behandeling voor slaapapneu. Een CPAP-apparaat blaast lucht via een masker in de luchtwegen tijdens de slaap, waardoor de luchtweg open blijft en ademhalingsstops worden voorkomen. Hierdoor verbetert de slaapkwaliteit en vermindert het snurken.

  1. Mandibulair Repositie Apparaat (MRA)

Dit is een op maat gemaakt mondstuk dat de onderkaak naar voor houdt tijdens de slaap. Hierdoor komt de tong in een meer voorwaartse positie en wordt er ook tractie gecreëerd op het week gehemelte en strottenklepje. Hierdoor blijven de luchtwegen open. MRAs zijn vooral effectief voor mensen met milde tot matige slaapapneu, maar kunnen ook gebruikt worden bij ernstig slaapapneu en zijn een goed alternatief voor mensen die geen CPAP verdragen.

  1. Chirurgie

In sommige gevallen kan een operatie nodig zijn om de structuren in de keel aan te passen die de luchtwegen blokkeren. Er zijn verschillende chirurgische opties, waaronder:

    • Heelkunde aan het gehemelte: dit wordt uitgevoerd door de NKO-arts
    • Maxillomandibulaire Osteotomie (MMO): Hierbij worden de boven- en onderkaak naar voren verplaatst om de luchtwegen te vergroten. Dit is een operatie die door een mond-, kaak- en aangezichtschirurg wordt uitgevoerd.
    • Tongzenuwstimulator: in geselecteerde gevallen kan u in aanmerking komen voor een pacemaker om de tong naar voren te houden in de slaap. Ook dit wordt door de NKO-arts gedaan

Chirurgie wordt meestal overwogen als een tweede stap, maar kan in geselecteerde gevallen ook als eerstelijnsbehandeling gebruikt worden, en soms worden ze gecombineerd.

Levensstijlveranderingen

Naast de bovengenoemde behandelingen kunnen ook bepaalde leefstijlveranderingen helpen bij het verminderen van symptomen van slaapapneu, zoals:

  • Gewichtsverlies: Overgewicht kan bijdragen aan slaapapneu omdat het vetweefsel in de nek de luchtwegen kan vernauwen.
  • Slaaphouding: Slapen op de zij in plaats van op de rug kan helpen om de luchtweg open te houden.
  • Vermijden van alcohol en kalmerende middelen: Deze stoffen kunnen de spieren in de keel verslappen, wat de symptomen kan verergeren.

Door een combinatie van deze behandelingen en aanpassingen in levensstijl kunnen veel mensen met obstructieve slaapapneu hun symptomen effectief beheersen en hun algehele slaapkwaliteit verbeteren.